Schuldsanering

Steeds minder mensen kloppen aan bij de schuldhulpverlening, terwijl het aantal mensen met schulden het afgelopen jaar niet is gedaald. Dat meldt het Nibud (Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting). Volgens het Nibud onderschatten veel mensen hun financiële problemen en zijn zij daardoor minder snel geneigd om hulp te zoeken bij instanties zoals de schuldhulpverlening. Dit gebrek aan besef over de ernst van schulden is vaak de reden dat mensen nog verder in de problemen raken. Hierdoor wordt het steeds lastiger om uit de schulden te komen. Laten we eens kijken welke groepen het meest kampen met schulden, wie doorgaans wel aankloppen bij de schuldhulpverlening, welke groepen hun problemen zelf proberen op te lossen en waarom dit doorgaans niet verstandig is.

Groot aantal huishoudens heeft schulden

De meeste mensen hebben natuurlijk een hypotheekschuld of een studieschuld, maar dit betekent niet dat zij financiële problemen hebben. Pas als men de maandelijkse lasten voor openstaande leningen niet meer kan betalen, spreekt het Nibud van financiële problemen. Ruim een half miljoen Nederlandse huishoudens heeft hiermee te maken. In de praktijk duurt het gemiddeld vijf jaar voordat mensen aankloppen bij de schuldhulpverlening in de hoop de problemen op te lossen. Vaak is de schuld in deze vijf jaar van een kleine betalingsachterstand uitgegroeid tot een ernstig financieel probleem. Een dergelijk grote schuld is vaak nog maar moeilijk weg te werken. Daarom is het verstandig om snel hulp te zoeken bij de gemeente of een andere schuldhulpverleningsinstantie.

Uit onderzoek blijkt echter dat maar weinig mensen dit doen. Naar schatting kampen zo’n 500.000 tot 700.000 huishoudens met financiële problemen. Bij ongeveer de helft gaat het om kleine schulden, maar de andere helft zit diep in de financiële problemen. Dit zijn bijvoorbeeld mensen waarbij de energie wordt afgesloten omdat zij de rekening niet betalen, waarbij beslag is gelegd op het salaris of mensen die consequent de huur niet kunnen betalen. Dit zijn bij elkaar zo’n 250.000 tot 350.000 huishoudens. Toch hebben in 2018 maar 86.200 mensen aangeklopt bij een schuldhulpverleningsinstantie. Ongeveer driekwart van de mensen met ernstige financiële problemen, zoekt hiervoor dus geen hulp. Bij degenen met kleine schulden is dit percentage helemaal verwaarloosbaar. Waarom deinzen mensen ervoor terug om professionele hulp te zoeken voor het oplossen van hun financiële problemen?

Gebrek aan urgentie en schaamte

Een belangrijke reden dat mensen geen hulp inschakelen is een gebrek aan besef over de urgentie van de situatie. Vooral gezinnen met kinderen, alleenstaande mannen, huishoudens met inkomen uit werk, huishoudens met een koopwoning en jongere gezinnen zoeken relatief weinig hulp bij de schuldhulpverlening. Volgens het Nibud weet het grootste deel van deze mensen wel hoe zij de schuldhulpverlening moeten bereiken, maar kiest er toch voor om dit niet te doen. Dit kan betekent waarschijnlijk dat zij zich niet bewust zijn van de ernst van hun betalingsachterstanden. De meeste van deze huishoudens onderschatten de financiële problemen en zien de toekomst te rooskleurig. Ze denken dat ze de problemen zelf wel kunnen oplossen.

Een andere reden dat deze groepen de stap naar de schuldhulpverlening niet willen zetten is schaamte. Vooral voor mensen met een vaste baan voelt het als een tekortkoming om hulp te zoeken voor de financiële problemen. Schaamte blijkt dan ook een belangrijke drempel voor mensen die eigenlijk hulp nodig hebben bij het oplossen van hun financiële problemen.


De overheidsinstanties

Huishoudens die in de financiële problemen zitten, blijven vaak lange tijd onzichtbaar voor de instanties. In tegenstelling tot bijvoorbeeld mensen met een bijstandsuitkering, valt het minder snel op als zij hun financiële verplichtingen niet kunnen nakomen. Een klein deel van de mensen met schulden geeft in het onderzoek van het Nibud aan dat zij simpelweg niet weten hoe zij de schuldhulpinstanties kunnen bereiken. Zonder hulp wordt de kans steeds groter dat zij dieper in de problemen wegzakken.

Een laatste belangrijke reden dat mensen de weg naar de schuldhulpverlening niet weten te vinden is de enorme keus aan instanties. Door de vele overheidsinstanties die helpen bij het oplossen van financiële problemen, zien veel mensen door de bomen het bos niet meer. Ze weten niet waar zij het best kunnen aankloppen en laten het er maar bij zitten.

Hoe kan schuldhulpverlening helpen

Wanneer u kampt met (ernstige) schulden, dan kunt u terecht bij de gemeente waar u woont. De schuldhulpverlening van de gemeente bestaat doorgaans uit advies en schuldbemiddeling. De gemeente zal u vragen om informatie over uw financiën en die bestuderen. Binnen een maand nadat u zich hebt gemeld, krijgt u te horen welke hulp u precies kunt verwachten. Binnen uiterlijk acht weken nadat u zich hebt gemeld, wordt beslist of u hulp krijgt of niet. Wanneer u zich meldt bij de gemeente met een uitzonderlijk ernstige situatie, bijvoorbeeld als uw energie wordt afgesloten of u dreigt uit huis te worden gezet, dan is de gemeente verplicht u binnen drie dagen bijstand te verlenen.

Er wordt vervolgens gekeken naar hoe u het best geholpen kunt worden. Als u in aanmerking komt voor schuldbemiddeling, dan zal een schuldhulpverlener uw schuldeisers benaderen en langs minnelijke weg proberen tot een oplossing te komen. Dit betekent dat de schuldeisers vrijwillig akkoord gaan met een voorstel. Dit kan bijvoorbeeld een betalingsregeling zijn. Op deze manier zorgt de schuldhulpverlening ervoor dat u kunt beginnen met het afbetalen van uw schulden. Vervolgens kunt u langzaam uw financiële situatie op orde krijgen. In sommige gevallen gaat uw inkomen direct naar de schuldhulpverlener. Deze betaalt hiervan uw vaste lasten. U krijgt weekgeld voor uw dagelijkse uitgaven.

De gemeente kan u ook een krediet aanbieden waarmee u in een keer al uw schulden aflost. U dient dan alleen nog maar uw schuld bij de gemeente af te betalen. Blijkt een minnelijk traject niet mogelijk? Dan kunt u de rechter verzoeken om een schuldsanering.